Javaanse welzijnsorganisatie Bangsa Jawa bestaat 40 jaar: ‘De gemiddelde Javaan treedt niet graag op de voorgrond’
De Javaanse welzijnsorganisatie Bangsa Jawa bestaat veertig jaar. En al veertig jaar is de boodschap dezelfde: hallo, wij zijn er ook nog!
Patrick Meershoek 6 september 2023, 03:00
Een van de kernkwaliteiten van de vrijwilligers van Bangsa Jawa is het inpakken van verhuisdozen. In de vijftien jaar dat Carla Soemanta voorzitter is van de Javaanse welzijnsorganisatie, is dat zes keer gebeurd. “We hebben zo’n beetje in alle delen van de stad gezeten,” vertelt ze. “Steeds een tijdelijk onderkomen, waar we kunnen blijven tot er een nieuwe bestemming voor het pand is gevonden. Soms wat langer, dan weer kort.”
Het nieuwste adres is een bedrijventerrein in Zuidoost, waar Bangsa Jawa een verzamelgebouw deelt met onder meer een schoonheidssalon, een cateraar, een brassband en een castingbureau. In het kantoor van Bangsa Jawa wordt dagelijks radio gemaakt voor de doelgroep: de circa 5000 Javanen in Amsterdam en een veelvoud aan belangstellenden die, soms vanaf de andere kant van de wereld, via internet meeluisteren naar de uitzendingen.
Niet onzichtbaar zijn
Bangsa Jawa is opgericht in 1983. Aan de wieg van de vereniging stond Soewarto Moestadja die ooit stadsdeelraadslid in Zeeburg was en later in Suriname tot vijf maal toe een ministerspost zou bekleden. De doelstellingen van het eerste uur zijn nog steeds van kracht: zorgen voor de Javanen die dat nodig hebben – bijvoorbeeld door het organiseren van dagbesteding voor ouderen – en bestuurders en instellingen herinneren aan het bestáán van de groep.
De voorzitter wordt niet gehinderd door schroom, vertelt ze lachend. “Als ik een bestuurder zie lopen, storm ik erop af om hem of haar aan het jasje te trekken. En de volgende keer doe ik dat weer. Als je aandacht wilt, moet je erom vragen. We moeten aan de weg timmeren om niet onzichtbaar te zijn. Onze stadsdeelvoorzitter Tanja Jadnanansing weet wie we zijn en komt geregeld naar de studio om uitleg te geven over het bestuur. Dat is belangrijk.”
De Javaanse gemeenschap is een hechte gemeenschap, vertelt Soemanta. “Ook toen onze voorouders van Nederlands-Indië naar Suriname trokken, bleven zij trouw aan elkaar en aan hun roots. Hun taal, hun cultuur, hun tradities: daar werd grote waarde aan gehecht. Dat geldt ook voor de Surinaamse Javanen die in de jaren zeventig naar Nederland kwamen. Onze taallessen zijn erg populair, ook bij de nieuwe generatie.”
Verkapte slavernij
In het jubileumjaar van de afschaffing van de slavernij is er ook aandacht voor de geschiedenis van de ruim 30.000 Javaanse contractarbeiders die tussen 1890 en 1939 naar Suriname werden gebracht om op de plantages te werken. “Het is natuurlijk niet te vergelijken met wat de Afrikanen in Suriname eeuwenlang is aangedaan,” zegt Soemanta er onmiddellijk bij. “Maar in het geval van de Javanen was er toch sprake van verkapte slavernij.”
Bij het verdelen van de aandacht voor de verschillende groepen in Suriname die met slavernij en contractarbeid te maken hadden, lijken de macht van het getal en de cultuur de Javanen parten te spelen. “We zijn maar een kleine groep,” zegt radiomaker Singo. “En de gemiddelde Javaan treedt niet graag op de voorgrond. De mensen hebben heus wel een mening, maar die zullen ze niet snel buiten de eigen kring uitspreken.”
Als presentator kijkt Singo wat dat betreft weleens jaloers naar de collega’s van radio Mart, waar voortdurend levendig wordt gediscussieerd, ook over een gevoelig onderwerp als het koloniaal verleden. “Ik probeer onze luisteraars af en toe uit te dagen met een prikkelende stelling, maar er wordt weinig ingebeld. Soms sturen ze me hun standpunt met een app. Dan vraag ik: waarom bel je niet? Maar dat vinden mensen toch ingewikkeld.”
Dat zegt trouwens niets over de betrokkenheid bij de vereniging. Voorzitter Soemanta: “Ons vorige onderkomen was aan de Paasheuvelweg. We zaten daar net een dag, toen bij een inbraak onze radioapparatuur werd gestolen. Alleen de kabels lagen er nog. Iedereen was down. We zijn een inzamelingsactie gestart onder de luisteraars, en die leverde binnen een paar dagen voldoende op om nieuwe apparatuur te kopen. Dan besef je: we zijn niet alleen.”